artikel door: Hans Kamerbeek
De Kennisconferentie Het Landgoedbedrijf markeert het begin van een cultuuromslag. Dat optimistische gevoel heerst na afloop van de slotmanifestatie waarin de vier initiatiefnemers het stokje overgeven aan de FPG. Alle sprekers op de conferentie getuigen van grote eensgezindheid tussen overheden en landgoedeigenaren en bevestigen het enthousiasme om aan de slag te gaan. “Deze mensen zijn klaar om de verbindingen te leggen”, concludeert Liesbeth Cremers, een van de vier initiatiefnemers.
Nooit eerder kwamen zoveel landgoedeigenaren, overheidsbestuurders en ambtenaren bij elkaar; 225 mensen trokken 9 januari naar Heerlijkheid Mariënwaerdt. Zij bevestigen het belang van samenwerking. Dat landgoederen tal van maatschappelijke doelen kunnen realiseren. Waar gemeenten, provincies en rijk bij kunnen helpen met meedenken, bevorderen van samenwerking, uitmondend in passend planologisch beleid en maatwerk. Een van de aanwezige landgoedeigenaren zegt na afloop: “Dit was vijf jaar geleden nog niet mogelijk.”
Bij vier provincies is de cultuuromslag al zichtbaar: Overijssel, Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland. Evenals bij minstens twee gemeenten: Ommen en Rheden. Ook de samenwerking met het ministerie van Economische Zaken lijkt sterk verbeterd. Geen geringe resultaten binnen vier jaar Landgoedbedrijf, waarvan twee jaar Green Deal met het ministerie. Kien van Hövell tot Westerflier, de denker van de vier initiatiefnemers, vertelt de volle zaal over de resultaten van Het Landgoedbedrijf. “Tijdens negen landgoedgesprekken spraken uiteenlopende partijen een avond over hindernissen en kansen. Zodra er een gedeeld doel was, werd de oplossing snel gevonden.” “Verder hadden we interviews met landgoedeigenaren, die openhartig spraken over hun denkwereld en dilemma’s. Essays hielpen bij de analyse.” “Eigenaren kunnen met het Landgoedvenster hun maatschappelijke prestaties op ecologisch, economisch en sociaal-cultureel gebied waarderen en bijstellen. Dit instrument is hier te vinden. Dan kunnen ook de Masterclasses van start, die deelnemers helpen aan nieuwe strategieën voor maatschappelijk ondernemerschap.” De cultuuromslag betreft beide kanten. Kien van Hövell: “Er valt een wereld te winnen wanneer overheden heldere kaders stellen en de uitwerking overlaten aan de landgoedeigenaar.”
Rob van Brouwershaven, directeur Natuur en Biodiversiteit van het ministerie van Economische Zaken blijkt geraakt door de geest van conferentie en Green Deal: “We gaan dit gedachtegoed internaliseren in de Natuurvisie.” Hij voegt er aan toe: “Je kunt in deze volle delta heel veel combineren met natuur, zoals zorg en recreatie. Als we dat goed doen, hebben we een pracht exportproduct naar delta’s die er veel minder in slagen om industrie en steden te combineren met een aangename leef- en werkomgeving.”
Vijf landgoederen hebben in opdracht van de gemeente Ommen en met steun van de provincie Overijssel het Handvest ‘Nieuwe Ruimte voor Kwaliteit’ geschreven. Hieruit blijkt dat de landgoederen aan veel gemeentelijke doelen een bijdrage leveren. Ook maken zij duidelijk wat ze van de gemeente verwachten, zoals meer erkenning, prestatieafspraken voor de lange termijn en één contactpersoon. Een inspirerende wethouder Ilona Lagas: “Door heel vroeg in de voorbereiding, zonder inhoudelijke agenda, partijen en inwoners te vragen naar hun belangen, wensen en ergernissen, ontstaat breed draagvlak. Vervolgens geldt: de doelen zijn belangrijker dan de instrumenten. Geef dus ruimte aan ontwikkeling als die bijdraagt aan de gemeentelijke ambities, ook als een bestemmingsplanwijziging nodig is.” Lagas: “Als ik niet kan uitleggen waarom iets niet kan, dan moet het kunnen.”
Gelders gedeputeerde Annemieke Traag vertelt over de ontwikkelingen in Rheden. “Het DNA van de gemeente bestaat uit landgoederen. Een Actieprogramma Kwaliteitsimpuls Landgoederenzone biedt een jaarlijks budget dat de provincie aanvult, nu ook langjarig. Aan dat geld verbinden we geen criteria, ondanks de accountant die daar op aandrong.” Harriët Tiemens, wethouder landgoederen in Rheden: “We hebben geen landgoedbeleid, maar landgoederen die we faciliteren. Zo hebben zij met elkaar en over eigendomsgrenzen heen een visie kunnen maken over waarden en gewenste ontwikkelingen. Wij vragen de landgoederen wat zij terug doen voor de inzet van gemeenschapsgeld. Dat kan behalve cultuurhistorie ook toegankelijkheid zijn, maar ook educatie of bewustwording van het landschap. De evaluatie van het Actieprogramma toont ieders enthousiasme over deze werkwijze.”
De FPG neemt het stokje over van de initiatiefnemers. Roel Robbertson, oud-commissaris der Koningin en sinds7 maanden voorzitter FPG: “Het Landgoedbedrijf heeft problemen geanalyseerd en aanbevelingen gedaan voor verbetering. Het is belangrijk om de kennis, ervaringen, mislukkingen en successen te blijven delen.” Initiatiefnemer Willem de Beaufort waarschuwt Robbertson bij de overdracht: “Als jullie het verklungelen, komen we terug.” De voorzitter reageert: “We gaan het waarmaken.”
Overijssels gedeputeerde Hester Maij wil ambassadeur zijn van landgoederen. Ze schetst hun belang in Overijssel: “10% van de grond, 40% van de bossen, 25% van de EHS (Nationaal Natuurnetwerk) betreft het bezit van 250 landgoederen.” Maij wil over twee jaar in de herziene Omgevingsvisie een eigen positie voor landgoederen. Maij benut het platform van deze Kennisconferentie voor de officiële start van het landgoederenconsulentschap in Overijssel. “Iemand die kan schakelen tussen provincie en landgoederen, die al in het begin de brug kan zijn”. OPG- voorzitter Yayeri Blijdenstein bevestigd de goede samenwerking tussen provincie en haar afdeling, die het consulentschap gaat uitvoeren.” FPG-voorzitter Robbertson roept de andere provincies op dit voorbeeld te volgen. “Dat zou fantastisch zijn.” Voor de tweede keer tijdens het bestuurlijk debat klinkt applaus.
Zuid-Hollands gedeputeerde Han Weber erkent dat zijn provincie geen groen imago heeft. “Daarom zijn wij zo blij met de ruim tweehonderd landgoederen en buitenplaatsen. Zij lopen vaak tegen regels aan. We moeten af van het checklijstje waarom iets niet kan. De provincie heeft daarin een rol richting gemeenten.” Zuid-Holland heeft ook Erfgoedtafels opgezet waarvan een voor landgoederen.
Gespreksleider Henk Smit vat samen: “De FPG wil de regie nemen. De provincies willen allianties sluiten met landgoederen en het ministerie van EZ is bereid lastige vragen op te pakken. Ieder van u zegt: we gaan er voor.” Maar niet alles gaat goed. Roel Robbertson: “De Haagse evaluatie van de NSW gaat me aan het hart. Ik signaleer een geweldige onwetendheid. Ook het thema gelijkberechtiging roept spanning op. Ik hoop dat we eindelijk een gelijke behandeling krijgen als particulieren vergeleken met de grote natuurorganisaties.”
“De FPG ontwikkelt zich tot netwerkorganisatie met ad hoc werkgroepen, denktanks, seminars en een digitaal platform. Robbertson roept provincies en rijk op mee te werken aan zo’n landelijk platform. “Regionale platforms werken goed. Het is nu tijd om die kennis landelijk te delen.”
Liesbeth Cremers, van Landgoed Vilsteren, vertelt in een workshop over de ontwikkeling van een landgoedmerk, samen met haar pachters en ondernemers in de omgeving. Almaar opschalen en produceren voor de wereldmarkt, past niet meer bij Vilsteren. ‘Pure Graze’ lijkt het antwoord, want die manier van boeren vermindert de bodemeffecten en verlaagt de kosten, dankzij korte kringlopen en regionale distributie. De gevolgen zijn ingrijpend. Een volledig gezinsinkomen halen uit agrarische producten lijkt niet meer mogelijk. Antwoorden zijn nevenactiviteiten, grotere diversiteit aan producten, kostenbesparing en waardecreatie met hogere prijzen. Het Landgoed zal niet aan deze producten verdienen, maar de sociale cohesie blijft omdat de boer weer toekomst heeft.
Willem de Beaufort, van Landgoed Beekzicht, verklapt in zijn workshop zijn ‘geheim’. “Eindeloos koffie drinken tot je weet wat iedereen wil.” Daardoor ontstaat bij de overheid het inzicht dat: “Het landgoed is niet voor zichzelf bezig is, maar voor ons.” De Beaufort bepleit om eerst te kijken wat nodig is in de omgeving en te zorgen dat samenwerking bijdraagt aan de kracht van het landgoed. Dat leverde voor Beekzicht 26 projecten op, waarna hij contact zocht met partners. Zo zorgde het waterschap voor beekherstel en een natuurvriendelijke oever, wat samenging met het versterken van recreatie op het aangrenzende landbouwbedrijf. De dreiging dat een deel van Beekzicht buitendijks kwam te liggen omdat Rijkswaterstaat de IJsseldijk wilde verleggen, werd omgezet in winst voor het landgoed, omdat de landbouwfunctie overeind bleef en de arealen landbouw en natuur werden vergroot.
Een verrassend voorbeeld van samenwerking presenteert Frederique de Bruin van familielandgoed Jachthuis Schijf bij Roosendaal. Hier wordt de bodem van het bos geschikt gemaakt voor het kweken van paddenstoelen. De opbrengst lijkt veelbelovend en de natuurwaarde stijgt. Samenwerking met andere producenten is nodig voor voldoende volume. De Bruin werkt samen met de Hogere Agrarische School in Den Bosch, provincie Noord-Brabant, Dutch Design Academy in Eindhoven, Brabants Particulier Grondbezit en twee collega-landgoederen. Nadeel is dat er een hek om het bos moet om te voorkomen dat ongenode gasten de paddenstoelen al voor de oogst weghalen.
“Durf met concurrenten samen te werken. Dat maakt alle partijen sterker”, concludeert Henk Smit van Wing, verwijzend naar het plan voor een coöperatie van Mariënwaerdt, Slot Loevestein, Nationaal Park De Biesbosch en stichting Werelderfgoed Kinderdijk. De vier trekpleisters willen arrangementen ontwikkelen voor toeristen. Zij vinden hun gemene deler in ‘Sterke watermerken’; ze liggen allen aan het water.
Harrie Vissers, provincie Noord-Brabant, vertelt in zijn workshop: “De provincie wil natuurinvesteringen faciliteren. We vragen ons af wat we kunnen leren van de 160 landgoederen in Brabant.” Vissers neemt zich voor om in Brabant een loket te vormen voor landgoederen waar afspraken mogelijk zijn voor de lange termijn.
Marjolein de Rooij vertelt in haar workshop over het advies ‘Verantwoord vertrouwen’ voor minister Ploumen, waaraan zij schreef met Femke Rotteveel van Postcodeloterij en tien anderen. “Het advies gaat uit van onderling vertrouwen. Bepaal als overheid en organisaties samen de doelen. Als je iets anders wil, moet je elders geld vandaan halen. Leg samen verantwoording af over de resultaten. Accepteer risico’s. Dat doen bedrijven ook.”
“Ik ga kijken wat we in de Natuurvisie kunnen doen met dit advies aan minister Ploumen”, reageert Cor von Meijenfeldt, lid directie Natuur & Biodiversiteit van het ministerie van Economische Zaken na afloop van de workshop. “Ik beloof niks. Maar onze ambitie is om natuur weer leuk te maken. Nu zit het natuurbeleid nog te vast in regels.”