In de landgoedgesprekken kwam vaak naar voren dat sturing door overheden nog te zeer gaat over gerichte oplossingen en details in plaats van kaders. Dit werkt belemmerend omdat oplossingen vaak maatwerk vereisen. In Zuid Holland werd daarom samen met een aantal landgoedeigenaren en de provincie gezocht naar een betere formule hiervoor, oftewel de basisonderdelen van een goede raamovereenkomst.
Een groot deel van de EHS is in het bezit van private partijen: verenigingen, stichtingen, particulieren en bedrijven. In deze setting is de zeggenschap van de overheid beperkt. Het vraagt om een manier van afspraken maken, die aansluit bij de grote zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid van deze partijen.
Bij een raamovereenkomst zal meer uit gegaan worden van de eigen verantwoordelijkheid van de beheerder voor de uitvoering en van een invulling van de publieke rol op doelstellingen-niveau en op controle. Daarnaast wordt in de overeenkomst ook uitgegaan van opschaling van de afspraken, van de beheereenheid (in SNL) naar een grotere geheel.
Centrale waarde hier is het vertrouwen in de bewezen kwaliteiten van de beheerder. Hierop voortbouwend ontstaan nieuwe mogelijkheden voor samenwerking tussen de private beheerders en de publieke partijen. Deze overeenkomst gaat daarmee aanmerkelijk verder dan de ontwikkelingen in het huidige SNL, omdat de opschaling op gebiedsniveau plaatsvindt, en omdat de verplichtingen op doelen niveau kunnen worden geformuleerd. Goed denkbaar is dat de raamafspraken zich vervolgens zullen verbreden naar ruimtelijke ordening en water. In dat geval is het wenselijk dat provincie, gemeente en waterschap gezamenlijk de kwaliteitsambities formuleren.
Denkbaar is in de toekomst de volgende verdeling van verantwoordelijkheden en taken (zie tabel). De overheid richt zich op het aangeven van de doelstellingen en bepaalt de doelen op hoofdlijnen. De beheerder vertaalt dit naar een noodzakelijke inrichting en het bijbehorende beheer. Aan de voorkant maakt de beheerder een plan met een visie, strategie en een uitvoeringsplan. Dit kan in samenspraak met de overheid plaatsvinden. De beheerder geeft vanuit de eigen verantwoordelijkheid aan hoe hij de omgeving inzicht geeft in voortgang en realisatie. Dat kan in een jaarverslag of op een website. De overheid controleert of de beheerder transparant acteert. Certificering van (collectieven van) beheerders zorgt voor blijvende prikkels om het goed te doen. Denkbaar is een systeem met A, B en C status. Hoe hoger de staat van dienst en bewezen kwaliteiten, des te groter de vrijheid en des te globaler de rapportageverplichting. De overheid of een certificerende instelling zou deze status moeten kunnen toewijzen en wijzigen. De prikkel tot goed gedrag verschuift dan van het voldoen aan detailvoorschriften naar het over de volle breedte goed functioneren. Dit systeem kan zowel op een individuele beheerder als op een groep van (kleinere) beheerders worden toegepast.
Thema / Onderdeel | Van ---> Naar | ||
Schaal | SNL- basis | SNL-Certificering | Raamafspraak |
Rol beheerder | Niveau beheereenheid | Niveau beheereenheid | Totaal gebied |
Afspraak over | Eén beheerder | Eén beheerder | Eén of meerdere beheerders |
Termijn | 6 jaar | 6 jaar | Minstens 12 jaar |
Verantwoording | Audits | Vooraf: indienen kwaliteitshandboek Natuurbeheer aan de Stichting Certificering | Vooraf: visie- en strategiedocument Zelfevaluatie en eigen rapportages: Visitatie Controles op kwaliteit rapportages door certificerende instelling of overheid |
Verdienmodel | Geen | Geen | Mogelijkheid ontwikkelruimte op te nemen |
Rol overheid | Vastleggen natuurdoelen Sturen op aanwending middelen voor afgesproken doel Toetsen Beheer- en inrichtingsplan (particulieren) Veldcontroles (ANV) Veldcontroles (niet gecertificeerd) Audits (gecertificeerd) Handhaven | Vastleggen natuurdoelen | Aangeven doelen Meedenken met beheerder over uitwerking Toetsen van realisatie op Handhaven op niveau hoofdlijnen, bij niet voldoen, terugval naar handhaving op SNL niveau |
Uit: Modellen voor Beheerafspraken Groen in Zuid-Holland, Wing Rapport 13-01, in opdracht van provincie Zuid-Holland, afdeling Water en Groen
De organisatie van de Raamafspraak kan zich beperken tot coördinatie. Eén van de beheerders kan deze taak op zich nemen namens een groep. De coördinerende taak kan ook uitgevoerd worden door een intermediaire organisatie zoals het HPG, de Unie van Bosgroepen of een Agrarische Natuurvereniging. Wanneer deze partijen raamafspraken op doelniveau gaan maken voor een geheel gebied zal dat betekenis hebben voor de gewenste professionaliteit van de beheerder en de samenwerking.
De organisatie van de verantwoording vraagt ook om vernieuwing. De huidige monitoring en rapportages kunnen in dit model vervangen worden door een goed visie- en strategiedocument aan de voorkant, in combinatie met marginale toetsing via visitaties. Het accent komt te liggen op zelfevaluatie en verbetering ten behoeve van het eigen bedrijfsproces. De overheid of de certificerende instelling toetst dan of een beheerder binnen de afgesproken doelen opereert, professioneel bezig is, en blijft weg bij details van de uitvoering.
Met het vaststellen van de Beleidsvisie Groen wil de provincie Zuid-Holland toegroeien naar andere verhoudingen met maatschappelijke partijen, ook in het beheer van Groen. Om dat vorm en inhoud te geven voert de provincie in de periode 2013-2014 vier proefprojecten uit naar nieuwe beheermodellen Groen. Eén daarvan betreft raamafspraken met samenwerkende beheerders.
De provincie en de landgoederen Duivenvoorde, de Horsten en Twickel hebben afgesproken samen te werken in een proefproject.
De landgoederen hebben hun visie, beleid en externe vertegenwoordiging gebundeld en neergelegd bij de Stichting Horst en Voorde. De provincie heeft langs meerdere lijnen met de landgoederen te maken: natuur, cultuurhistorie, recreatie, infrastructuur, water en duurzame energie. Tot nu toe vindt communicatie vanuit de provincie in hoofdzaak gescheiden plaats per beleidsveld. De kracht van het landgoed is echter de samenhang tussen de functies, het integrale beheer. Ook de provincie erkent dit. De ambitie van beide partijen is te komen tot een vorm van overleg en afstemming die de integraliteit van de landgoederen ondersteunt. Een raamafspraak kan daarvoor een middel zijn.
Tijdens een Landgoedgesprek zijn agendapunten geformuleerd voor het opstellen van de raamovereenkomst tussen de provincie Zuid-Holland en de landgoederen Duivenvoorde, de Horsten en Twickel.
De agendapunten zoals besproken tijdens het Landgoedgesprek zullen de basis vormen voor het opstellen van de raamovereenkomst. In samenspraak met de provincie en de landgoederen zullen geschikte thema’s voor de raamovereenkomst geselecteerd worden en zal gewerkt worden aan overeenstemming over de inhoud van de onderwerpen. Waar nodig zal ook samenwerking gezocht worden met andere partijen, zoals gemeenten, regio en het hoogheemraadschap Rijnland. Het doel is om eind 2013 tot ondertekening van de raamovereenkomst te komen.